Sportklimmen
Sportklimmen maakt sinds de Olympische Spelen van 2020 in Tokyo deel uit van het Olympisch programma als extra sport. In Tokyo nam elke deelnemer deel aan de drie disciplines, en het eindklassement weerspiegelde de gecombineerde resultaten van de drie competities. De atleet met de laagste score werd de eerste Olympisch kampioen in de geschiedenis van het sportklimmen. Voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs zullen twee afzonderlijke klimwedstrijden worden gehouden: één met boulder en lead, en één met alleen speed.
- Lead: Deze discipline ligt het dichtst bij het klimmen in openlucht en wordt georganiseerd op muren van ongeveer 15m hoog. Lead wordt op kunstmatige muren en gediversifieerde routes uitgevoerd. De "winnaar" is degene die in één poging de hoogste grip van het circuit bereikt.
- Boulder: In zijn geheel zijn de banen beperkt tot een hoogte van 4m50. De veiligheid van de atleten wordt gewaarborgd door dikke ontvangstmatrassen die aan de voet van de banen geplaatst worden. Het doel is om de laatste vangst van het blok (de TOP) in een beperkte tijd, met zo min mogelijk pogingen, te vangen. Een tussengreep, "de zone" genoemd, laat de klimmer, die de bal vangt, toe om de helft van het blok te valideren als hij de TOP niet kan bereiken.
- Speed: De snelheidstest wordt uitgevoerd op een muur van 15m hoog. Het parcours is gestandaardiseerd, de wedstrijden worden in een kwalificatievorm georganiseerd. Twee klimmers strijden in een duel op twee parallelle routes, de snelste van de twee blijft over. Deze neemt het dan op tegen een andere concurrent.
Het Be Goldproject laat “Climbing and Mountaineering Belgium (CMBEL)” toe om specifiek te investeren in atleten met een potentieel voor de Olympische Spelen van 2028, maar ook om de federatie te laten evolueren naar een meer complete en professionele structuur die in staat is om het topniveau echt, rigoureus en collectief te ondersteunen.